Vandaag naar de fysio, ik weet niet waarom maar mijn lipoedeem benen deden weer zo ontzettend pijn dat ik vond dat ik een latte met slagroom "verdiend" had. Slaat natuurlijk nergens op want mijn darmen vinden deze beloning helemaal niets. Maar goed, daar gaat deze post niet over. Ik wil het hebben over onbewuste/bewuste negatieve overtuigingen die ik, net als iedereen ook gewoon heb. Ik ben de laatste tijd wat gefrustreerd; ik vind het moeilijk over te brengen naar anderen wat systemisch werk nou eigenlijk inhoudt. Wat is het wat ik doe en vooral wat kan een opstelling voor jou betekenen. Waarom zou je voor mij als de begeleider kiezen? Het is natuurlijk ontzettend belangrijk dat je dit in je social media en op je website kunt communiceren. Maar goed, ik zit dus in de Hema en kwam daar mijn moeders neef tegen. Een nuchtere hollander, It-er en vooral op ratio gefocused, dacht ik. Ik had al vernomen van mijn tante carla, die hem regelmatig spreekt dat hij "dat opstellingenwerk" maar geiten wollen sokken materie vindt. We raakten aan de praat en na 3 uur kletsen zaten we op het niveau van een laagje dieper. Je kent dat wel. Hij schetste een situatie en ik legde spontaan de filosofie van systemische loyaliteit uit. Ik zag hem even slikken en ik zag dat hij geraakt was. Hij keek me indringend en sprak toen de magische woorden: "zo duidelijk heb ik deze situatie nog nooit uitgelegd gekregen. Ik snap de systemische verbinding. Dit voelt zo diep en zo kloppend. Wat bijzonder, ik besef nu pas dat we nog nooit over je werk hebben gesproken. Ik heb het nog nooit zo gezien maar je bent gewoon een echte therapeut en ik geloof dat ik zojuist een gratis consult heb gekregen. Je hebt zo duidelijk gecommuniceerd wat het systemisch werken inhoudt dat het voelt alsof het verankerd is in jouw zijn. Vindt je het goed als ik een keertje meedoe aan je workshop?" En beetje verbluft en lachend heb ik hem natuurlijk van harte welkom geheten. Hij heeft vast niet begrepen welk cadeautje ik van hem heb mogen ontvangen; het is niet nodig om onzeker te zijn over mijn capaciteit om een begrijpelijke uitleg te geven over datgene wat ik het liefste doe, nl; O P S T E L L E N! Mag ik het jou ook uitleggen? Wil je het ervaren? Voel je welkom!
0 Opmerkingen
Als opsteller is het belangrijk om tussen de regels door te kunnen lezen. Voor het begin van een opstelling houd ik altijd een gesprek met de cliënt. Wat is je thema? Wat zijn de feiten uit je familiegeschiedenis? Soms duurt zo'n gesprek maar heel kort en soms lijkt er geen eind aan te komen. Ik begin de opstelling n.l pas als ik het vlammetje in mij voel aangaan. Soms is het nodig een genogram uit te tekenen omdat er in mijn hoofd verwarring is over de plaats van familieleden. Dat kan direct een verwijzing zijn naar waar er iets in het systeem verstrikt zit en kunnen we dus daarmee aan de slag. Soms is een verhaal zo onduidelijk dat ik paniek voel, in mij maar niet van mij. Iets dat duister en zwaar voelt. Angst! Als opsteller ben ik een onderdeel van de opstelling. Als ik mij er doorheen begeef ervaar ik representatieve waarnemingen. En net als iedere andere representant moet ik ervoor waken "niet volledig in het bad te springen maar alleen met mijn vinger de temperatuur van het badwater te checken". Soms geeft de client het antwoord zelf; "het voelt alsof ik vervloekt ben"! Nou is het heel gemakkelijk om over die zin heen te walsen, immers de client gebruikt het als metafoor. Vloeken zijn niet iets waar wij in de westerse maatschappij veel mee te maken hebben. Nee, dat is iets voor primitieve culturen denkt men. Er wordt lacherig over gedaan en men gelooft niet in de echtheid ervan. Toch heb ik al meerdere keren gezien dat vloeken wel degelijk bestaan en dat deze ook generaties later nog effect hebben. Olaf Smit verteld dat het vroeger in de katholieke kerk gebruikelijk was om iemand te vervloeken, bijv als men buiten de eigen religie trouwde. Een vloek kan ook onbewust uitgesproken zijn "zak in een bak stront" of "van mij mag hij tegen een boom rijden". Helaas is het ook zo dat er mensen zijn die heden ten dage rituelen uitvoeren om een ander schade toe te brengen. Met als gevolg ziekte, verlies van materie, verlies van vriendschappen, geliefden en familie. Als je dit ervaart in je leven kan het meerdere (systemische) oorzaken hebben. Het hoeft natuurlijk helemaal geen vloek te zijn. Maar houdt er rekening mee dat het wel een mogelijkheid is! Met een opstelling kunnen we onderzoeken wat er speelt. Voel je welkom!
Naar aanleiding van deze blog kreeg ik wat vragen en heb daarom uit het boek Instant Healing van Susan Shumsky, DD, gebed nr 114 Reversing Black Magic voor je ingesproken. Luister het zo vaak als je voelt dat nodig is. Alles is energie, het enige dat je hoeft te doen terwijl je naar mijn stem luistert is de intentie zetten dat al het negatieve verbroken wordt. Nooit en te nimmer iets terug naar de afzender sturen maar los laten in liefde. Karma doet zijn werk ook zonder jouw inmenging. Luister naar Reversing black magic van Avital Elbaz #np op #SoundCloud https://soundcloud.com/avital-elbaz-5…/reversing-black-magic Woorden hebben kracht was een van de vele gezegdes die mijn bes (oma) bezigde. In mijn jeugd zat daar een religueuze lading op, in mijn jong volwassen leeftijd had dit voor mij betrekking op de affirmaties die ik dagelijks het universum in stuurde. De echte betekenis kwam voor mij pas toen ik mij zo'n 12 jaar geleden ging bezig houden met het systemisch opstellingenwerk. Bert Hellinger, de grondlegger van de familieopstellingen maakte in zijn werk gebruik van de zogenaamde helende zinnen. Als het ware een ritueel vroeg hij representanten bepaalde zinnen uit te spreken die onmiskenbaar een effect hadden op zowel de client, de representanten en de energie in de opstelling.
Het opstellingenwerk heeft de laatste jaren een gigantisch groeiproces doorgemaakt waarbij verschillende methodes en technieken zijn geintegreerd in het werk. Men noemt dit het nieuwe opstellen. De helende zinnen hebben plaats gemaakt voor enkel nog het volgen van dat wat zich aandient. Als "klassiek" werkend opsteller vind ik dat een gemiste kans. Persoonlijk hou ik namelijk ontzettend van woorden. In mijn "opstellings stijl" neem ik daarom uitgebreid de tijd om in woorden uit te leggen wat er gebeurd is in het systeem en waarom. "Je bent niet alleen een goede opsteller maar ook een teacher" zei een geliefde collega daarom onlangs tegen mij. Woorden kunnen een verhaal maken, benoemen wat is en dat wat in het verborgene zit naar de openbaarheid brengen. Woorden kunnen intenties dragen en een probleem ontrafelenen. Woorden kunnen een geschil tot oplossing brengen. We weten allemaal dat positieve woorden iemand tot grootse dingen kan aanzetten en tegelijkertijd de kracht hebben om iemand volledig kapot te maken. Het is waar dat woorden ons meer naar het hoofd kunnen brengen en zodoende uit ons hart. Ik ben echter van mening dat helende zinnen juist het tegenovergestelde doen. Helende zinnen zijn geen betekenisloze woorden maar magische tools om tot op het bot te kunnen raken. Als voorbeeld: Als je als kind je nooit gezien hebt gevoeld door je moeder, volstaat het dan dat zij voor je staat en je liefdevol aankijkt? Of kun je pas echt diep in je kern zakken als zij oprecht kan uitspreken: "het spijt me dat ik je eerder niet kon geven wat je nodig had, dat waar je recht op had. Ik kan je nu pas zien. Ik zie je mijn lieve kind". Ik wil je uitnodigen bij je zelf te voelen of de helende zinnen het verschil zouden maken. Natuurlijk heeft iedere opsteller zijn eigen stijl en voorkeur. Dat zegt niet altijd iets over de kwaliteit en/of het effect van de opstelling (helaas soms wel). Ik weet echter wel dat ik nog heel lang woorden als heling zal inzetten. Aan jou om te kiezen welke vorm voor jou het meest kloppend voelt. Ik wens je wijsheid. Er zijn van die dagen dat de opstellingen zo dicht bij huis voelen, zoals vandaag; twee vrouwen uit Volendam, het collectief waar ik vanuit moeders kant toe behoor. Het compleet negeren van emoties om simpelweg te overleven is zo ontzettend pijnlijk. Daarnaast het thema hechtingsstoornis: mijn god wat herken ik dat vanuit mijn eigen relatie. Die constante dans tussen de bindings- en verlatingsangst. Wanneer mijn partner emotioneel vertrekt en ik aan hem ga trekken. Wanneer ik er klaar mee ben als mijn hart genoeg pijn heeft gehad en niets anders kan dan vertrekken en hij dan in zijn verlatingsangst schiet. Zoveel stellen hebben hiermee te maken en dat zie ik terug in de workshops. Het was de rode draad in de workshop van vandaag. Wat was het weer mooi, bijzonder, rauw, pijnlijk en ontroerend. En dan de opstelling die zoveel in beweging zet maar geen happy end kent. Waar de liefde van de client onbeantwoord moet blijven en iedereen de wond die dat veroorzaakt in zijn eigen hart kan voelen. Dankbaar voor deze bijzondere dag, een groep bijzondere mensen en voor het bijzondere werk dat ik mag doen
Er is weinig bekend over de “duistere” bladzijde in onder andere de Nederlandse geschiedenis die van 1600 tot 1863 duurde. Op onze scholen wordt hier summier aandacht aan besteed, in tegenstelling tot bijv. de Holocaust of de tachtigjarige oorlog.
Toen echter de Nederlandse minister Jan-Peter Balkenende in een van zijn speeches de VOC-mentaliteit aanhaalde waarde er een golf van verontwaardiging over het land, vooral in de zwarte commune. Officiële excuses over het Nederlandse aandeel in de slavernij zijn nooit echt uitgesproken. Als familieopstellers kennen wij het belang van een gemeende spijtbetuiging die vaak noodzakelijk is voor heling. De discussie wel of geen zwarte pieten naast Sinterklaas en het woord neger niet meer uitspreken waren in 2010 toen ik dit artikel schreef naar mijn mening kleine stormen in een glas water (dit omdat mijn inziens zwarte piet alleen een probleem was dat op de oppervlakte zichtbaar was en zich niet richtte op de diepe wond van 400 jaar slavernij– gelukkig is er anno 2017 al zoveel ten positieve veranderd en gaan we richting een Sinterklaasfeest dat voor alle kinderen een mooie jeugd herinnering mag worden! ) maar waaruit wel bleek hoe vers de wond eigenlijk nog is. Niet alleen voor de nazaten van de witte (Nederlandse)/Joodse (Portugees en Duitse) slavenhouder is het tijd om naar deze periode te kijken en het aandeel daarin te erkennen. Nog belangrijker is dat de nazaten van de slaven oprecht mogen kijken naar waar zij vandaan komen. Een stamboom wordt in Suriname heden ten dage immers nog steeds 'struikgewas' genoemd, om maar aan te geven dat er iets in het verborgene moet blijven. De schande dat men van gemengde bloedde is, omdat over-overgrootvader tegelijkertijd zowel de meester als de verwekker was mag anno 2010 in de openheid komen. De dualiteit van de dader en het slachtoffer in een persoon kan veel leed veroorzaken. Daarentegen is de nakomeling van slaven ook gezegend met een bovenmenselijke kracht die de Afrikaanse voorouders in zich hadden om te overleven! De misplaatste argumenten om zwarte mensen tot slaven te maken waren gebaseerd op een passage uit de bijbel: Noach had drie zonen uit wie de verschillende volkeren van de aarde zijn voortgekomen. Cham is de stamvader van de zwarte mensen. In Genesis sprak Noach een vloek uit over zijn zoon Cham omdat hij aan zijn twee broers had verteld dat Noach naakt was in een dronken bui. Door zijn vaders vervloeking waren Cham en zijn nakomelingen gedoemd tot eeuwige slavernij. In dit artikel wil ik mij graag specifiek richten op de Surinaamse bevolkingsgroep. Ik zal trachten een lijst met belangrijke feiten, die wellicht belangrijk kunnen zijn voor een opstelling, op te sommen: De oorspronkelijke bewoners van Suriname waren de Indianen. Aangezien zij niet zo sterk werden bevonden als de zwarten en dus ook niet zo hard konden werken besloot men vanuit Afrika slaven aan te voeren. In totaal zijn er ongeveer 850.000 slaven alleen al naar Suriname gebracht. Deze opgekochte slaven, werden vervoerd op een schip van 120 meter lang waar 500 slaven in konden. De slaven werden op elkaar gegooid zodat er zoveel mogelijk slaven in een keer de overtocht konden maken naar de plaats van bestemming, Noord- en Zuid Amerika. Er waren veel ziektes aan boord, waaronder Dysenterie, die werden veroorzaakt door de slechte hygiëne en het slechte eten. Veel slaven stierven in het ruim waar zij gevangen zaten, vastgemaakt met kettingen aan het schip. Hun lijken werden overboord gegooid, diegenen die overleefden en die aankwamen op de plaats van bestemming waren er vaak slecht aan toe. Hun wonden werden met verf dicht gesmeerd en ziektes werden niet gemeld aan de handelaren. Er waren altijd wel een paar slaven die wisten te ontsnappen. Ze vluchtten het Tropische oerwoud in leefden daar in groepjes met andere gevluchte slaven, zij werden marrons genoemd. Daar leefden ze volgens de traditie van hun Afrikaanse voorvaderen. Zij aanbaden met verschillende rituelen, waaronder het in trance geraken, meerdere natuurgoden. De religie wordt Winti genoemd en wordt nog steeds beoefend. Ondanks dat de hedendaagse religies verschillende Christelijke stromingen zijn, opgedrongen door de slavenhouders, worden bepaalde “Afrikaanse” gebruiken nog steeds in combinatie hiermee beoefend en gedoogd. De doorverkochte slaven werkten op het land waar ze lange dagen maakten in de brandende zon en regelmatig gemarteld en geamputeerd werden. Slavinnen werden als huishoudster aangesteld en vooral in de Joodse gezinnen (rond 1700 was er een kwart tot de helft zoveel Joodse slavenhouders als Christenen) moesten zij de Joodse spijswetten en rituelen leren en deze gaven zij door aan hun kinderen. Ook hiervan zijn heden ten dage nog voortvloeisels van terug te vinden. Een goed voorbeeld zijn de bekende Surinaamse gerechten Pom en Pastei. Bepaalde spijswetten zoals het niet mogen eten van ongeschubde vissen en/of varkensvlees wordt in veel families in stand gehouden. Deze regels worden “treefis” genoemd van het Hebreeuwse woord terefa wat betekent “dat wat verboden is”. De Davidster wordt door meerderen als sieraad gedragen. Daarnaast worden de regels omtrent menstruatie door veel mensen onderhouden. Bepaalde rituelen omtrent overlijden zoals het afdekken van een spiegel zijn vanuit het Jodendom volledig geïntegreerd in de Surinaamse cultuur en zo zijn er nog talloze voorbeelden. Misbruik kwam in grote mate voor, de slavinnen werden regelmatig door hun meesters verkracht en hier werden kinderen bij verwekt. De slavinnen droegen om zichzelf zo onaantrekkelijk mogelijk te maken een specifieke rok, gemaakt van lappen stof. Deze klederdracht word heden ten dage bij speciale gelegenheden nog steeds gedragen en wordt Koto Misi genoemd. De hoofddeksels die daar bij gedragen wordt werd als communicatie middel gebruikt. Door de specifieke manier van vouwen kon men bepaalde boodschappen doorgeven. Er ontstonden ook liefdesrelaties tussen de meester of de zonen van de meesters en de slavinnen. De meester nam zijn geliefde in huis als huishoudster, als ze al niet zijn huis slavin was. De hier uit voortgekomen kinderen kregen een Rooms-katholieke opvoeding of een vanuit de Evangelische Broedergemeente. Er werd echter nooit openlijk gesproken over het vaderschap. Sommige slavenhouders kochten hun kinderen vrij (gemannumiteerd) en erkenden hen als hun natuurlijke kinderen. Daarnaast, weliswaar niet veel voorkomend, gebeurde het dat een echtgenote of de dochters van de slavenhouders relaties aangingen met de slaven. Indien dit bekend werd, werd de slaaf op beestachtige wijze gemarteld en vermoord voor het oog van de andere slaven, dit als ultieme waarschuwing. De witte vrouw werd gebrandmerkt. De slaven zelf gingen uiteraard onderling ook relaties aan. Huwelijken tussen slaven waren verboden, het was voor de slaven echter wel toegestaan om s’nachts slavinnen op andere plantages te bezoeken indien men voor het daglicht op de eigen plantage terug zou zijn. De kinderen uit deze relaties groeiden op zonder hun biologische vader, vaak niet wetend wie hun vader überhaupt was. Als gevolg van deze regelgeving ontstonden er complexe verbintenissen. Mannen die kinderen hadden bij verschillende vrouwen en vrouwen die kinderen hadden met verschillende mannen met als resultaat: half broers en zusters voortvloeiend vanuit beide ouders. Zonder in generalisaties te vervallen; dit soort relaties zijn er tot op heden op grote schaal onder de Surinaamse en Antilliaanse bevolking. Buitenechtelijke relaties zijn onderdeel van de cultuur. De term “buitenvrouw” is dan ook onderdeel van de spreektaal. Ondanks de oprechte wens het anders te doen dan de voorouders is men onbewust verbonden met het collectief waar men maar moeizaam van los lijkt te kunnen komen. Een andere traditie die nog steeds “in ere wordt gehouden” is die van het symbolisch (met een oude tien cent) verkopen van kinderen. Indien een kind ernstig ziek wordt of afwijkend gedrag vertoont verkoopt men het kind zodat het kan genezen. Vaak verblijft het kind bij de biologische ouders (moeder) maar het gebeurt ook dat het kind wordt opgevoed door het familielid dat het kind “gekocht” heeft. Nadat de slavernij werd afgeschaft hebben veel verschillende bevolkingsgroepen zich gevestigd in Suriname om als arbeiders te werken. Ze vermengden zich met de creolen. Denk aan de de Chinezen, Hindoestanen, Javanen en Libanezen. Allen hun eigen religie en gebruiken meebrengend. Als opsteller is het van cruciaal belang te zien welke tradities onderdeel van een cultuur zijn en waar deze tradities op gebaseerd zijn. Zoals u heeft kunnen lezen zijn veel tradities/rituelen zonder het te weten rechtstreekse voortvloeisels vanuit de slavernij. Mijn ervaring met nazaten van slaven, zelfs diegenen die om een opstelling vragen, is dat men met veel moeite kan kijken en wil erkennen dat welke thema’s zij ook aandragen hier direct mee verbonden zijn. Het is zowel in het belang van de cliënt en de begeleider belangrijk te weten dat de Afrikaanse voorouders getraumatiseerd waren en dit zich in de cliënt kan manifesteren als het zich niet kunnen verbinden met anderen, afgesloten zijn, het niet kunnen uitspreken (de slaven werden vaak op hun tong gebrandmerkt) en/of het niet kunnen toelaten van geluk en succes. Ik ben er bewust van dat opstellers bijzonder werk hebben mogen doen met en voor de nazaten van de Shoah en dat er nog veel werk daarin gedaan kan en mag worden. Ik vraag u echter de aandacht te vestigen op het drama dat pas 147 jaar geleden beëindigd is maar in de nazaten stilzwijgend voortleeft. Avital Elbaz Amsterdam 1 februari 2010 Geredigeerd 30 september 2017 Ik gok dat het 2010 was. Ik was pas begonnen met het organiseren van workshops familieopstellingen. Knikkende knieën want werken met iemands ziel vind ik nogal een dingetje.
Ik was van mening dat ik pas na 5 jaar studeren en eindeloos ervaren er klaar voor was om zelf opstellingen te gaan begeleiden. Middelbare leeftijd, type geiten wollen sok, grijs haar en een grauw gezicht. Uitgebluste ogen. Levensmoe. Toen ze echter begon te praten voelde ik dat ze ergens diep verstopte passie had. Haar verhaal raakte me, ze was 5 jr daarvoor genezen verklaard van kanker maar nu was het terug. De dokter gaf haar nog 3 maanden. Haar thema: ze wilde nog niet dood. Daar stond ik dan, groen als gras en met ongeveer het zwaarste thema dat je kunt tegen komen. Ik hoorde de woorden van mijn leraar indra torsten preiss in mijn hoofd galmen; "als een client echt dood wil is er niets waarmee je hem kunt stoppen. Het is aanmatigend als je zijn of haar lot niet kunt eren". Mijn behoefte om te willen redden onderdrukkend ben ik aan het werk gegaan en heb mij overgegeven aan de wijsheid van het systeem. De opstelling zelf kan ik mij niet goed herinneren op de laatste beweging na waar representanten van dood en leven voor haar stonden. Haar aantrekkingskracht naar de dood was intens voelbaar in de hele ruimte. Het leven zag ze niet eens. Toch gebeurde op een gegeven moment waar ik op hoopte maar niemand had verwacht, ook zijzelf niet; ze zag het leven en verbond zich ermee. Met de dood sprak ze af dat ze op een veel later tijdstip zou komen. Uiteraard vond de dood dat goed, de dood is namelijk net zo neutraal als het leven. Ik heb natuurlijk genoeg positieve verhalen gehoord over de effecten van opstellingenwerk (uiteraard geen garantie) en als leven en dood weer eens samen in een opstelling staan dan denk ik aan deze bijzondere vrouw, mij afvragend of ze nog leeft. Een nieuwe cliënte meldt zich aan in de praktijk: "ik kom eigenlijk voor een opstelling maar nu ik zie dat je ook als natuurgeneeskundige werkt wil ik graag daar mee beginnen". Dat lijkt mij een goede inschatting want ze komt erg kwetsbaar over. Na een paar consulten vraag ik haar, nieuwsgierig als ik ben, naar degene die haar doorverwezen heeft. Tot mijn grote verbazing noemt ze de naam van de vrouw in bovengenoemd verhaal. "Ja zei ze, als ik ooit een opstelling zou gaan doen dan moest ik naar jou. Volgens haar ben je de allerbeste." Ik hoop dat ze niet gezien heeft dat ik snel een traantje heb weggepinkt! Indien je een vraagstuk wil inbrengen over ziekte of over leven en dood ben je welkom Jeroen
Eind veertig is hij, zakenman, type Amsterdam Zuid (voor zover je iemand in hokjes mag plaatsen). Ik weet niet meer precies wat in de eerste instantie zijn hulpvraag was maar herinner mij des te meer zijn energie. Zo’n type dat “even snel” tussendoor op consult komt en na het ophangen van zijn jas een heel arsenaal aan elektronica uit zijn zak haalt om vervolgens thee voor jou in te schenken in plaats van jij voor hem. Ik kan het wel waarderen, en moet bekennen ik ben er ook van onder de indruk. Ik kan het niet laten om mij af te vragen wat het verhaal is dat achter al deze bravoure zit. De eerste paar consulten doen we de dans die bij de ene cliënt langer duurt dan bij de ander. Is het veilig om mijn verhaal, mijn ziel, bij jou neer te leggen? Kun jij mij echt verder helpen, daar waar ik het zelf niet meer weet? Het is net als in vriendschap, verbinden en vertrouwen hebben tijd nodig en die tijd maken we. Na verloop van tijd geeft hij zich gewonnen en stemt toe een opstelling te doen. Het voordeel daarvan is dat hij in een opstelling zelf kan zien en ervaren hoe en waarom hij vastloopt. Jeroens energie verandert bij het maken van deze beslissing vrijwel direct van een stoere man naar die van een kleine jongen. De dag van de workshop is het koud buiten. Iedereen moet letterlijk en figuurlijk opwarmen voor het werk dat we gaan doen. Ik begin daarom ook met een meditatie. Jeroen is zichtbaar zenuwachtig. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat hij contact maakt met de andere deelnemers en vooral de vrouwen dartelen graag om hem heen. Als Jeroen aan de beurt is, komt naast mij zitten en kijkt nog eens de groep rond. Iedereen kijkt hem afwachtend maar ook ondersteunend aan. Aangezien andere deelnemers hem zijn voorgegaan, weet hij inmiddels wat er gaat gebeuren maar ook dat oordelen zijn weg gevallen. De energie in de groep is er een van begrip en empathie. In een korte tijd zijn ze als een warme familie geworden. Het valt mij op dat er weinig over is van de bravoure die Jeroen bij mij in de praktijk liet zien. Dat is mooi, met het ego werken is vaak hardnekkiger dan met de ziel dus hier is mijn winst al zichtbaar. Jeroen beseft dat hij hier niets heeft aan de rol die hij dagelijks speelt. Die rol heeft hij daarom ook keurig op zijn stoel aan de kant gelaten. Hij is open en klaar om zichzelf onder ogen te komen. Thema Ik vraag hem wat hij wil onderzoeken, wat zijn thema is. Hij vertelt, dat als hij iets graag wil, hij het gevoel heeft dat er altijd iets is dat hem tegenhoudt. Er blokkeert iets. Dit is niet merkbaar naar buiten toe. Het kan zakelijk zijn maar het gebeurt ook in zijn persoonlijke relaties. Hij vertelt dat hij ziet wat er aan de horizon is maar iets houdt hem tegen. Wat dat is heeft hij met allerlei verschillende coaches al getracht uit te zoeken zonder er een bevredigend antwoord op te krijgen. Ik begrijp direct zijn aanvankelijke houding naar mij toe, weer zo’n coach die hem wel even gaat ‘fixen’. Familiesysteem Ik vraag hem naar feiten in zijn familiesysteem. Hij is goed voorbereid. Hij somt een hele lijst op: Hij is het tweede kind van zijn ouders. Zowel de familie van vader als van moeder hebben WOII meegemaakt (Een oorlog is vaak van grote invloed op een familiesysteem. Het wordt ook wel een ‘zwaar lot’ genoemd). De moeder van moeder is jong overleden aan een ernstige ziekte. Jeroens moeder was destijds een tiener. Moeder heeft na het overlijden van haar moeder voor het gezin gezorgd. Ouders hebben in de oorlog beiden zware dingen meegemaakt. Moeder heeft een bombardement op het ouderlijk huis overleefd. Vader van vader is gedeporteerd maar is wel terug gekomen. Representanten kiezen Ik vraag Jeroen representanten uit te kiezen voor hemzelf, zijn vader, zijn moeder en iemand als vrij element voor datgene wat hem blokkeert. Die laatste vindt hij moeilijk om uit te kiezen dus parkeer ik het voor even. De representanten worden door Jeroen op hun plek in de ruimte gezet. Daarna gaat hij zelf zitten en observeert wat er gebeurt. *Hieronder volgt een beschrijving van de daadwerkelijke opstelling. Daar waar personen worden benoemd, gaat het in dit geval dus om de representanten van deze personen tenzij anders is aangegeven. Ik begin met het ondervragen van de representanten, hoe voelen ze zich? Wat gaat er in hen om? Gaat hun aandacht naar een bepaalde plek of persoon? Jeroen zegt direct: ”Ik wil dit niet. Waarom sta ik hier? Wat heb ik gedaan? Het is hier niet fijn. Ik voel mij veroordeeld”. Vader geeft aan dat hij er maar een beetje bijhangt, alsof hij er niet echt toe doet. Moeder geeft aan dat het bedreigend voelt als haar partner achter haar staat. Ze verplaatst zich naar zijn zij en dat voelt stukken beter. Ondertussen observeer ik wat er met Jeroen (cliënt) en de representanten gebeurt en zie dat er iets bij Jeroen (cliënt) gebeurt maar hij zegt niks. Ik vraag aan hem of er iets is dat er niet uit mag. Jeroen (cliënt) knikt instemmend. Door naar de opstelling te kijken en de energie in de opstelling te voelen, begin ik een vermoeden te krijgen dat het verliezen van de moeder van de moeder een zeer grote wond is in dit systeem. Daarom vraag ik een van de deelnemers om als representant van de grootmoeder in de opstelling te komen. Jeroen reageert hier vrijwel direct op en geeft aan zich verdrietig te voelen. Hij vindt het niet prettig hoe zijn ouders kijken. Dat is erg confronterend. Jeroen gaat vervolgens naast Grootmoeder liggen. Hij is trots op wat hij zojuist heeft gedaan. - Dit is een beweging die ik veel mensen zie maken als er in vorige generaties een trauma niet verwerkt is. Als we even van de hypothese uit gaan dat er een plek voor de doden is en een plek voor de levenden, kun je je voorstellen dat je als levende weinig gedaan krijgt op een plek die niet voor jou bestemd is. Op die plek is het onmogelijk te groeien en is het zeker niet mogelijk een bedrijf te houden of een relatie te laten slagen. Als er in vorige generaties sprake is geweest van een zwaar lot en dit niet is verwerkt blijft het als het ware sudderen in het “emotionele DNA”. Dit wordt overgedragen aan de volgende generatie. Uit loyaliteit of onvoorwaardelijke liefde kiest iemand (onbewust) in de volgende generatie(s) ervoor om dit lot met zich mee te dragen. Uiteraard is er enkel een “kopie” gemaakt van het lijden. De achterliggende overtuiging van de cliënt is: ik zie dat het zo zwaar is voor jou, dus ik help het je dragen. Iets, wat uit opstellingen blijkt, de voorouders zelden wensen voor hun nazaten. Zaak is dus datgene dat wordt meegedragen, energetisch terug te geven aan degene bij wie het hoort. – Ik laat Jeroen een tijdje liggen. Het is niet aan mij om alles voor te kauwen, de ziel moet het zelf voelen. Alleen vanuit bewustwording kan er een beweging gemaakt worden op zielsniveau, eerder niet. Dan pas kunnen blokkades worden opgeheven. Op een gegeven moment geeft Jeroen aan dat het toch wel heel zwaar wordt en ik vraag hem dan het volgende tegen zijn grootmoeder te zeggen: “Mijn lieve grootmoeder, mijn moeder kon jouw dood niet verwerken dus help ik haar een beetje.” De moeder geeft dan aan dat voordat de representant van haar moeder de opstelling binnen kwam ze steeds omkeek omdat ze iets mistte. Mijn vermoeden van de grote wond bleek juist. Moeder heeft het overlijden van haar moeder niet verwerkt en Jeroen heeft dit uit onvoorwaardelijke liefde getracht dit voor haar te dragen. Ik vraag de moeder tegen de Jeroen te zeggen: “Mijn lieve zoon, dit is van mij. Dat is mijn moeder, dit is mijn verdriet, daar heb jij geen recht op. Ik heb de dood van mijn moeder niet echt kunnen verwerken. Je doet iets voor mij.” Ik vraag vervolgens aan de grootmoeder om tegen Jeroen het volgende te zeggen: “Ik zie jouw liefde. Je wil veel voor je familie doen maar hier kan het niet. Jouw plek is in het leven. Als je mij echt wilt eren dan laat je nu jouw kracht en succes toe.” Jeroen zegt daarop: “Ja, dat wordt eens tijd.” Jeroen staat op en maakt een buiging voor zijn grootmoeder. Met een buiging kun je in een opstelling teruggeven wat jij met je meedraagt (zeult) aan de persoon aan wie het lot daadwerkelijk toebehoort. De moeder van Jeroen zeg: “Mijn lieve zoon, dat is mijn verdriet. Ik heb mijn verdriet niet durven toelaten, dat hoort bij mij. Je hoeft dit niet voor mij te doen.” Aan mij vertelt ze, lichtelijk geïrriteerd, dat Jeroen dit ook doet om aandacht te trekken. Ik leg haar uit dat als een van de ouders ergens zo op gefixeerd is een kind niets anders kan dan op een negatieve manier om aandacht te vragen. De grootmoeder zegt tegen de moeder: “Het spijt mij dat ik je zo vroeg moest verlaten. Je was pas een tiener. Ik heb je gegeven wat ik je kon geven. De rest moet je zelf doen.” Ik vraag de moeder afscheid te nemen van haar vroeg gestorven moeder, iets wat ze bij leven nooit heeft kunnen doen. In die tijd was de hulpverlening niet zoals wij die nu kennen, rouwbegeleiding heeft moeder indertijd niet gekregen. Moeder geeft aan dat voor haar alles als normaal voelt. Het lijkt alsof zij en haar moeder samen één zijn. Ook daar zit een verstrikking in het systeem. Ik vraag daarom aan de grootmoeder om haar en haar dochter uit elkaar te halen met de woorden: “Lieve dochter, ik ben de moeder en jij de dochter. Ik ben vroeg gestorven en jij wordt oud. Dat zijn de verschillen tussen ons en die mag je voelen”. Deze zin doet de moeder echter weinig. Jeroen geeft aan zijn moeder erg te missen. (Ik begrijp direct de aantrekkingskracht die Jeroen heeft op vrouwen, allemaal hulpverleners in de dop die graag de rol van mama op zich nemen.) Ik vraag vervolgens aan de moeder om tegen Jeroen te zeggen: “Dat is mijn gemis. Ik mis mijn moeder zo erg. Mijn gemis mag je nu bij mij laten.” Jeroen geeft aan dat hij ook door zijn vader gezien wil worden. Het is belangrijk dat vader erkent wat de zoon heeft gedaan en zegt tegen hem: ”Lieve zoon, je doet veel voor je moeder en voor de dood van haar moeder. Daar begrijp ik niets van maar ik zie je wel. Veel van jouw energie gaat naar je moeder maar ik sta klaar voor je”. Moeder geeft aan dat ze zich als een jong meisje voelt en geen connectie heeft met haar zoon. Hij voelt niet eens als een zoon… -Vaak zijn kleine nuances in woorden of zinsopbouw ontzettend belangrijk. Het komt regelmatig voor dat ik samen met de representant moet puzzelen op zoek naar de meest kloppende zin. Want met de juiste zinnen, kunnen we de verstrikking in het systeem ontwarren.- Moeder zegt tegen Jeroen: “Ik ben als tienermeisjes getraumatiseerd door de vroege dood van mijn moeder. Bij je vader is het veiliger voor jou”. De cliënt Jeroen (cliënt), die aan de kant de opstelling observeert, bevestigt dit. Ik vraag hem of hij denkt dat hij iets kan betekenen voor zijn moeder, iets voor haar kan veranderen of haar verdriet verzachten door zichzelf tegen te houden zijn doelen te bereiken? Ik zie dat het kwartje niet direct valt. Ik vraag Jeroen daarom om zelf in de opstelling te komen als representant van zijn eigen moeder. Ik vraag hem naar zijn zoon te kijken (dus naar de representant van zichzelf). Hij geeft als representant van zijn moeder aan dat ze geen oog voor hem heeft. Ook de grootmoeder geeft aan niets met hem van doen te hebben. Haar dochter voelt daarentegen fijn en vertrouwd en dat wil ze niet loslaten. Ik vraag Jeroen in zijn rol als moeder tegen de representant van hemzelf zeggen: “Mijn lieve zoon, wat je ook doet, jij kan mij hier niet redden. Ga jij je eigen gang.” Iedereen in de opstelling en in de kring ziet op dat moment het kwartje bij Jeroen vallen en ik nodig hem dan ook uit om weer op zijn plek in de kring te gaan zitten. Ik vraag de moeder: “Wil jij dat jouw zoon iets meedraagt? Dat hij zijn succes tegenhoudt? De moeder zegt: “Nee, hij mag alles doen. Ik ben echt een klein meisje.” Ik vraag Jeroen een buiging voor zijn moeder te maken en zo terug te geven wat hij voor haar meedraagt. Ik zie dat Jeroen (cliënt) zichtbaar geraakt is en begint te huilen. Aan weerszijden zitten twee dames die hem echter vrijwel direct onder hun hoede nemen. Ik kan mijn glimlach met moeite onderdrukken, zo heeft iedereen een eigen thema, blijkt maar weer. Jeroen vraag ik het volgende tegen de moeder te zeggen: “Jouw houding heb je nodig gehad om te kunnen overleven. Dankjewel, anders zou ik er nu niet zijn. Ik veronderstel dat jij het aankan dat ik jou als mijn oude moeder zie. Ik sta liever op de kant van papa, dat is veiliger.” Moeder: “Mijn zegen heb je. Blijf op de kant van je vader. Heb succes en blijf gezond.” Ik vraag Jeroen om zich om te draaien naar zijn eigen leven met daarbij zijn vader achter hem. Jeroen geeft aan dat het fijn voelt om zijn vaders kracht achter zich te voelen. Immers, een man leert man te zijn van zijn vader, een vrouw leert vrouw te zijn van haar moeder. Jeroen (cliënt) komt hierna zelf in de opstelling staan en we herhalen nogmaals de belangrijke punten van de opstelling. Moeder: “Lieve zoon, ik zie je liefde en ik zie hoeveel je voor mij draagt en toch kan jij mij hier niet loslaten. Ik heb een trauma opgelopen toen mijn moeder stierf. Jij bent maar een kind en jij wil mij hier van verlossen. Dat kan jij niet. Ook al heb ik mijn moeder verloren en heb ik een groot verdriet, ik kan het aan dat jij succes hebt in je ondernemingen. Als je mij wilt eren laat je je succes toe.” Jeroen maakt een buiging voor zijn moeder en bedankt haar. Vader: “Ik ben blij dat ik weer contact heb met mijn zoon. Mijn lieve zoon, je hebt zoveel voor je moeder gedaan dat we bijna geen contact hadden. Toch sta ik klaar als je vader.” Vader en Jeroen omhelzen elkaar en dat is erg prettig voor Jeroen ondanks dat dit nieuw voor hem is. Vader: “Ik sta klaar voor jou en ik zie je liefde voor mama. Dat is heel bijzonder, dat mag er ook zijn.” Jeroen draait zich vervolgens om naar zijn eigen leven. Vader staat achter hem met de handen op zijn schouders. Moeder: “Lieve zoon, ik kan het aan dat je succes hebt. Je mag mij bij mijn moeder laten en hier word ik oud. Vind een leuke vrouw als je wilt en heb succes.” Ik vraag Jeroen om nog even achter hem te kijken om te zien of het zo goed is voor hem. Achter hem is alles zoals het hoort, iedereen staat of ligt op de voor hem of haar juiste plek in het systeem. Ik verzeker hem dat, ook als zijn doelen zijn bereikt, zijn familie niet ten onder zal gaan. Jeroen is toch niet helemaal zeker en vraagt aan zijn ouders: “Kan ik er van op aan dat jullie het aankunnen?” Moeder: “Zeker.” Eigen leven Ik pak Jeroen zijn hand en help hem een stap in zijn eigen leven te maken. We kijken elkaar recht in de ogen aan en ik vertel hem dat hij geen enkel excuus meer heeft om te blokkeren. Ik zie dat hij mij gelooft. Jeroen heeft inmiddels een bloeiend bedrijf en een leuke relatie. Job done! *Om de privacy van de cliënt te waarborgen is een pseudoniem gebruikt en zijn enkele feiten aangepast. Heb ik je interesse gewekt? Ik hoop je snel te mogen ontmoeten om voor even jouw hand te mogen vast houden en je net als Jeroen jouw leven te helpen aannemen! Warme groet, Avital ‘ Rely on the message of the teacher, not on his personality; Rely on the meaning, not just on the words; Rely on the real meaning,
not on the provisional one; Rely on your wisdom mind, not on your ordinary, judgmental mind.’ Buddha Het is alweer een tijdje geleden dat jullie iets van mij vernomen hebben. Zoals iedereen ben ik druk, druk, druk. Herkenbaar? Toch is er iets wat mij al een hele tijd bezig houdt. Dat kan ook niet anders aangezien het te maken heeft met mijn werk als Systeem opsteller. Echter, niet alles hoeft geadresseerd te worden toch? Soms kun je dingen ook zijn beloop laten, in zijn vet gaar laten braden zou mijn wijze oma hebben gezegd. Als ik echter de slaap niet meer kan vatten (en dat gebeurt zelden) omdat ik echt moet opschrijven wat door mijn hoofd spookt betekent het voor mij dat het tijd is om het in ieder geval te onderzoeken. In dit tijdperk van spirituele 'fast food' is er een toenemende vraag naar 'kant en klaar' ervaringen en oplossingen. Ons voedingspatroon aanpassen vinden we allemaal erg lastig, zeg nou eerlijk, 1 pil slikken en er als een Adonis uitzien daar stemmen de meeste mensen nou eenmaal voor, ongeacht de eventuele consequenties. We laten liever in ons snijden dan een half jaar lang zwoegen in de sportschool. Wanneer dus de vraag naar een bepaald product groot is, zijn er altijd mensen die dit product aanbieden in een mooie verpakking met een grote strik eromheen en de belofte van een snel en voldoening gevend resultaat. De een is nog beter en sneller werkend dan de ander. In de meeste gevallen kun je ermee weg komen zonder dat er iemand levenslang getekend is, een teleurstelling overleven de meeste mensen zonder echte kleerscheuren. Als we deze metafoor eens loslaten op het systemisch opstellingenwerk is het echter een heel ander verhaal. Tijdens een opstelling werken we met het onderbewuste, de harde schijf van onze menselijke computer zeg maar. Op een nog diepere laag werken we met de ziel. Persoonlijk vind ik dat een grote verantwoordelijkheid. Buiten het feit dat ik mij gezegend voel cliënten met behulp van deze methode te mogen helpen heb ik heel lang een spanning gevoeld, het is namelijk nog al wat; men deelt vaak de diepste geheimen of de geheimen vanuit de familie van herkomst met je en met behulp van mijn begeleiding kunnen cliënten hopelijk weer een positieve draai aan een bepaalde situatie geven. Ik heb er dus zaak van gemaakt om tientallen boeken te lezen, opleidingen, cursussen en workshops te volgen, beeldmateriaal te bekijken en last but not least 4 dozijn (vast veel meer) opstellingen te ‘ondergaan’. Net als mijn cliënten heb ik weerstand gekend, huilend op de grond gelegen en weer opgekrabbeld om mijn leven na verloop van tijd ten positieve te zien veranderen. Na vijf jaar dacht ik; nu ben ik er klaar voor, de ‘orde’ en regels in een systeem kan ik dromen en systemisch denken is volledig geïntegreerd in mijn leven. Ik vertrouw op mijn intuïtie en mijn kunde en kan mij volledig overgeven aan de stroom in de opstelling zonder bevooroordeeld te zijn. Ik geniet met volle teugen van programma’s als memories, opsporing verzocht, dna onbekend etc. Zo’n programma is voor mij een grote opstelling. In mijn naïviteit ging ik er voor het gemak van uit dat iedere opsteller er hetzelfde ethisch besef op na hield als ik. Inmiddels weet ik beter. Ik wil voorop stellen dat ik oprecht geloof dat iedere hulpverlener mensen helpen als prioriteit heeft en vanuit de allerbeste intenties werkt. Ik geloof echter dat het voor een cliënt zeer onaangenaam kan worden of zelfs re-traumatiserend als de begeleider niet weet wat hij doet. De kunst van het begeleiden van een opstelling en de invloed ervan op de ziel kan niet geleerd worden uit simpelweg het lezen van boeken of het bekijken van opstellingen. Het is een complex en kwetsbaar fenomeen. Zou jij in een auto stappen bij iemand die nog nooit in zijn leven een auto heeft bestuurd maar er wel 20 boeken over heeft gelezen en die gezien heeft hoe anderen het doen? Of zou je liever in een taxi stappen waar je wellicht een hoger bedrag voor dient te betalen maar waar het risico dat je veilig op de plek van bestemming aan komt beduidend hoger is dan in vergelijking met de eerste optie? Tot mijn grote verbazing echter stapt een groot deel van de mensen toch in de eerste auto, begrijp jij het? Het argument is dan; “ja maar bij hem/haar kan ik mijn opstelling doen voor €20,- !!!!” Daar waar ik dit een paar jaar geleden voor het eerst hoorde en mij daar flink over op kon winden komen dit soort “bestuurders” tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond. Uiteraard heb ik hierover mijn zorgen geuit bij gewaardeerde collegae. Ook daar wordt verschillend gereageerd op dit fenomeen; De een roept schande en de ander zegt alles is om een reden; de persoon die €20,- betaald vindt het zichzelf niet waard om echt aan het werk te gaan, of datgene dat verborgen is mag nog niet gezien worden. Of deze: De opsteller weet dat de kwaliteit van zijn hulpverlening niet mee waard is dan €20,-. Overigens is het mij een raadsel hoe men met dit soort bedragen als zelfstandig ondernemer uit de kosten komt: huur van de ruimte, versnaperingen, btw, belastingen, kosten van beroepsverenigingen,reiskosten,lunchkosten en dan nog maar niet te spreken over alle kosten die je gemaakt het voor het x aantal jaar aan studie. Ik heb mijzelf de tijd gegeven om al deze argumenten te doorvoelen en mijn conclusie is dat het niet kloppend voelt om mij nog langer in zwijgen te hullen. Ik spreek mensen die mij werkelijk stuitende verhalen vertellen over opstellingen die abrupt beëindigd worden omdat de begeleider niet meer weer wat te doen: “ja daar stond de representant van mijn ziel aan de ene kant van de ruimte en die van mijn lichaam aan de andere kant en toen wist hij het niet meer”, “Ik voelde mij zo ontzettend beroerd nadat ik iemand had gerepresenteerd en werd gewoonweg aan mijn lot overgelaten”, tot aan goeroe taferelen aan toe. Nog zo een: Opstellers die het woordje meester voor hun functie plakken (deze durven vervolgens wel een torenhoge prijs te vragen). Het is van essentieel belang dat je een begeleider hebt die je volledig vertrouwt en bij wie je je helemaal op je gemak voelt. Ik adviseer daarom altijd alvorens zelf een thema in te brengen eerst eens te gaan deelnemen als representant. Je maakt op die mani er kennis met de methode en met de begeleider zonder direct je eigen thema te hoeven delen. Een paar nachtjes slapen doen vaak wonderen zodat je in staat bent een weloverwogen beslissing te maken aan wie jij je ziel en zaligheid toevertrouwt. Het spreekwoord: goedkoop is duurkoop gaat ook hier zeker op. Veel mensen beargumenteren dat de ware leraar zich binnenin je bevindt, maar helaas zijn de meeste mensen niet in staat om met deze leraar te communiceren. De meeste mensen hebben een externe leraar nodig. Een ware leraar zal je niet vertellen wat je moet doen maar je enkel in verbinding brengen met jezelf en je familiehistorie. Zorg dat je de voor jouw juiste begeleider kiest en niet beknibbeld op euro’s. Doe dat maar op een nieuwe jeans, da’s minder erg als die kapot gaat! Het begeleiden van een opstelling behoort tot een vakmanschap, wat vele jaren van ervaring vergt en een diepe en brede theoretische kennis vereist. Jouw ontwikkeling en holistische gezondheid zijn jouw verantwoordelijkheid. Laat goedbedoelde maar onkundige mensen niet experimenteren met jouw onderbewustzijn.... het kan je soms een hoge prijs kosten, zeker als er sprake is van een doorgemaakt trauma. Hierin ondersteun ik zeker de visie van Franz Ruppert (traumaopstellingen) waarin hij het gevaar van de reguliere opstellingsmethode aankaart. Het neemt een ervaren begeleider en een getraind oog met inlevingsvermogen om te herkennen waar de cliënt mogelijk re-traumatiseert, dat de autonomie van de cliënt gerespecteerd dient te worden en een die de behoefte kan onderdrukken een ‘mooie’ opstelling neer te zetten. In dat laatste geval is de enige die geholpen is namelijk het ego van de begeleider! Ruppert zet bijvoorbeeld om die reden de cliënt al direct zelf in de opstelling samen met een representant voor het verlangen van de cliënt. Want, zo beredeneert hij, het verlangen kan alleen verwoord worden uit het gezonde deel van de ziel. Met deze methode voorkom je dat de begeleider verder gaat dan waar jij klaar voor bent. Zeker bij zelf doorgemaakt trauma is dit mijns inziens een methode waar je mee ‘op safe speelt’. Het is aan de begeleider om een weloverwogen beslissing te maken met welke methode te werken en niet geheel onbelangrijk of het kloppend voelt om met jou als cliënt te werken. Het is natuur lijk, als je jezelf eindelijk zo ver hebt kunnen brengen om een opstelling te doen, bijzonder vervelend om te moeten horen dat de begeleider niet met jou of jouw thema kan werken, bijvoorbeeld omdat een thema te dichtbij hem komt (we zijn net mensen) maar geloof me, wees hem dankbaar, hij handelt in jouw belang (uiteraard mag je dan wel verwachten dat deze begeleider je verwijst naar een collega)! Ik wens je wijsheid en inzichten die een goed begeleidde opstellingen je kan schenken. Mocht je vragen hebben schroom vooral niet om mij te contacten (overigens is dat kosteloos). Leuk om je eens te ontmoeten tijdens een van mijn workshops, check de website agenda voor de data. Warme groet, Avital |
Blogs
Mijn naam is Avital Elbaz en ik ben sinds 2009 werkzaam als Systemisch Opsteller. Ik wil mijn passies met zoveel mogelijk mensen delen. Vanwege mijn brede maatschappelijke interesses en nieuwsgierigheid in alles dat met holistische leven te maken heeft blijf ik mijzelf voortdurend ontwikkelen en zorg ik ervoor dat ik constant up-to-date blijf. Archieven
April 2023
Categorieën
|